Rond de vijftig moet ze zijn, en ze mag als gedetineerde voor het eerst een weekend in verlof. Haar dochter komt haar afhalen en staat te wachten op de parking. Maar dan blijkt het wat aftandse wagentje ineens niet meer te willen starten. In allerijl is ze dan maar naar de tent van Thuisfront komen hollen, en vraagt me of mijn wagen soms ook niet op de parking staat, en of ik misschien startkabels heb waarmee ze vlot weer op gang zouden kunnen geraken. Want ze wil zo snel mogelijk naar huis.
Ik sta inderdaad op de parking en die startkabels heb ik wel, maar ik heb ze in jaren niet meer gebruikt. Maar goed, we zullen het proberen…
‘Kom maar ne keer dichte’, zegt ze met een uitnodigende lach op het geschminkte gezicht. ‘Neuze aan neuze. ‘k Make da nie vele meer mee de laatste tijd. En ’t kan pertank zo’n deugd doen’…
Ik laat niet merken dat ik niet zoveel ervaring heb van ‘neuze-neuze’ aan de poort van de gevangenis, en doe wat van mij gevraagd wordt, al vrees ik dat dit vonken zou kunnen geven… En inderdààd. Nog maar pas zijn de handgrepen van mijn startkabels aan de contactpunten van de wederzijdse batterijen bevestigd, of het begint me daar te roken en te ‘fiesteren’ dat het een aard is. Een verjaardagstaart van een modale zestiger heeft er niets aan…
‘Oeie’, zegt ze. ‘Hier is entwadde da nie klopt… Die kabels zijn versleten, peis ik… Is er niemand die een écht goed exemplaar voorhanden heeft?’ Ze kijkt een beetje schalks en scheef naar mij…
Claudio is ondertussen bezig de tent van Thuisfront stevig vast te maken. Dat heb je met die vrijwilligers van ons. Ze bieden hoe dan ook standvastigheid in alle omstandigheden. En er zitten nogal wat handige Harry’s tussen ook. ‘Claudio, heb jij soms startkabels liggen thuis..?’ Je moet weten: hij woont niet zo ver van de gevangenis vandaan – en dus zou het op die manier toch nog snel kunnen geregeld worden.
Terwijl onze vliegende wegenwachter inderhaast met de fiets op hulpmissie vertrokken is, wil ik even in de tent bekomen bij een potje troost. Ineens zie ik vanuit de verte hoe de dame in kwestie inderhaast wat volk heeft aangesproken dat pas van de bus is gestapt om op bezoek te komen. En nu zijn ze met zijn allen onvervaard aan het achterste van haar karretje aan het duwen, terwijl de dochter vol gas geeft in de hoop dat ze eindelijk in gang kunnen schieten… En net op het moment dat Claudio met zijn startkabels van thuis komt aangevlogen, schiet het ding met een paar schokken wakker en zoekt zich hoestend en blazend een weg naar de vrijheid. De vrouw van ‘neuze aan neuze’ zwaait nog even triomfantelijk in onze richting, holt het vehikel vierklauwens achterna en springt als een volleerde rally-co-piloot nog in extremis aan boord.
Zo zien we hen achter de bocht verdwijnen. Onze startkabels zijn dus niet nodig geweest, en zo is het goed. Hoe meer mensen zelfredzaam leren te zijn, hoe beter. We hebben alleszins veel bijgeleerd vandaag. De drang naar de vrijheid en het geloof dat mensen veel kunnen bereiken als ze willen samenwerken, zijn sterker en heilzamer gebleken dan de bescheiden hulpmiddelen die we met Thuisfront proberen aan te reiken.
We kunnen nu rustig verder doen met het vastpinnen van onze tent van samenkomst. Alleen een beetje jammer dat die ‘neuze aan neuze’ van daarstraks zo deerlijk mislukt is. ’t Zal voor een andere keer zijn, misschien. Wie voor Thuisfront werkt kan wachten en heeft alle tijd…
Geert Dedecker – vrijwilliger bij Thuisfront – zes of zeven keren per jaar met de tent aan de poort van de gevangenis PCB Brugge