Ga naar de inhoud

Re:SURB

Home Forums Familie van gedetineerden SURB Re:SURB

#616
Marsupilami
Deelnemer

    Het spijt me je te moeten zeggen dat je schrik gegrond is.

    Die VI datum is iets waar de meeste mensen zich serieus aan mispakken en grote illusies over hebben.

    dit komt uit de wet van 17 mei 2006, betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten

    TITEL IV De door de minister toe te kennen strafuitvoeringsmodaliteiten
    HOOFDSTUK I. – De uitgaansvergunning
    Art.4-5
    Art. 4.
    § 1. De uitgaansvergunning laat de veroordeelde toe om de gevangenis te verlaten voor
    een bepaalde duur die niet langer mag zijn dan zestien uren.
    § 2. De uitgaansvergunningen kunnen op elk moment van de detentieperiode aan de
    veroordeelde worden toegekend om :
    1° sociale, morele, juridische, familiale, opleidings- of professionele belangen te
    behartigen die zijn aanwezigheid buiten de gevangenis vereisen;
    2° een medisch onderzoek of een medische behandeling buiten de gevangenis te
    ondergaan.
    § 3. Tijdens de twee jaren die de datum voorafgaan waarop de veroordeelde tot
    voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden toegelaten, kunnen aan die veroordeelde
    uitgaansvergunningen worden toegekend om zijn sociale reïntegratie voor te bereiden.
    Deze uitgaansvergunningen kunnen met een bepaalde periodiciteit worden toegekend.
    § 4. De uitvoering van de vrijheidsstraf loopt voort tijdens de duur van de toegekende
    uitgaansvergunning.
    7
    Art. 5. De uitgaansvergunning wordt toegekend op voorwaarde dat :
    1° de veroordeelde zich in de tijdsvoorwaarden bevindt bedoeld in artikel 4, §§ 2 en 3;
    2° er in hoofde van de veroordeelde geen tegenaanwijzingen bestaan waaraan men niet
    tegemoet kan komen door het opleggen van bijzondere voorwaarden; deze
    tegenaanwijzingen hebben betrekking op het gevaar dat de veroordeelde zich aan de
    uitvoering van zijn straf zou onttrekken, op het risico dat hij tijdens de
    uitgaansvergunning ernstige strafbare feiten zou plegen of op het risico dat hij de
    slachtoffers zou verontrusten;
    3° de veroordeelde instemt met de voorwaarden die aan de uitgaansvergunning kunnen
    worden verbonden krachtens artikel 11, § 3.
    HOOFDSTUK II. – Het penitentiair verlof
    Art.6-9
    Art. 6.
    § 1. Het penitentiair verlof laat de veroordeelde toe de gevangenis driemaal zesendertig
    uren per trimester te verlaten.
    § 2. Het penitentiair verlof heeft tot doel :
    1° de familiale, affectieve en sociale contacten van de veroordeelde in stand te houden
    en te bevorderen;
    2° de sociale reïntegratie van de veroordeelde voor te bereiden.
    § 3. De uitvoering van de vrijheidsstraf straf loopt voort tijdens de duur van het
    toegekend penitentiair verlof.
    Art. 7.
    Het penitentiair verlof wordt toegekend aan elke veroordeelde die voldoet aan de
    volgende voorwaarden :
    1° de veroordeelde bevindt zich in het jaar dat de datum voorafgaat waarop hij tot
    voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden toegelaten;
    2° er bestaan in hoofde van de veroordeelde geen tegenaanwijzingen waaraan men niet
    tegemoet kan komen door het opleggen van bijzondere voorwaarden; deze
    tegenaanwijzingen hebben betrekking op het gevaar dat de veroordeelde zich aan de
    uitvoering van zijn straf zou onttrekken, op het risico dat hij tijdens het penitentiair
    verlof ernstige strafbare feiten zou plegen of op het risico dat hij de slachtoffers zou
    verontrusten;
    3° de veroordeelde stemt in met de voorwaarden die aan het penitentiair verlof kunnen
    worden verbonden krachtens artikel 11, § 3.
    Art. 8.
    Drie maanden voor de veroordeelde zich in de door artikel 7, 1°, bepaalde
    tijdsvoorwaarde bevindt, licht de directeur de veroordeelde schriftelijk in over de
    mogelijkheden tot toekenning van penitentiaire verloven.
    De veroordeelde richt zijn schriftelijk verzoek tot penitentiair verlof aan de directeur.
    De directeur kan de Dienst Justitiehuizen van de federale overheidsdienst Justitie
    opdragen een beknopt voorlichtingsrapport op te stellen of een maatschappelijke enquête
    te houden in het door de veroordeelde voor het penitentiair verlof voorgestelde
    opvangmilieu. De Koning bepaalt de inhoud van dat beknopt voorlichtingsrapport en van
    die maatschappelijke enquête.
    Binnen twee maanden na de ontvangst van het verzoek, stelt de directeur een met
    redenen omkleed advies op en zendt hij het verzoek en zijn met redenen omkleed advies
    over aan de minister of zijn gemachtigde en bezorgt de veroordeelde een afschrift ervan.
    8
    Art. 9.
    Indien het advies van de directeur niet wordt meegedeeld binnen de in artikel 8, vierde lid,
    bepaalde termijn, kan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg op schriftelijk
    verzoek van de veroordeelde, de minister op straffe van een dwangsom veroordelen tot het
    uitbrengen van zijn advies, via de directeur, binnen de termijn voorzien door de voorzitter
    van de rechtbank van eerste aanleg en om aan de veroordeelde een afschrift van dit advies
    ter kennis te brengen.
    De voorzitter doet uitspraak na de veroordeelde en de minister of zijn gemachtigde te
    hebben gehoord, op advies van het openbaar ministerie, binnen vijf dagen na ontvangst
    van het verzoek.
    Tegen deze beslissing staat geen enkel rechtsmiddel open.
    HOOFDSTUK III. – Bepalingen die gemeen zijn aan de hoofdstukken I en II
    Afdeling I. – De procedure tot toekenning van de uitgaansvergunning en het penitentiair
    verlof
    Art.10-11
    Art. 10.
    § 1. De uitgaansvergunning of het penitentiair verlof wordt toegekend door de minister of
    zijn gemachtigde, op verzoek van de veroordeelde en na een met redenen omkleed advies
    van de directeur. Het advies van de directeur bevat, in voorkomend geval, een voorstel van
    bijzondere voorwaarden die hij nodig acht op te leggen.
    § 2. Binnen veertien dagen na de ontvangst van het dossier neemt de minister of zijn
    gemachtigde een beslissing. Deze met redenen omklede beslissing wordt binnen
    vierentwintig uur schriftelijk meegedeeld aan de veroordeelde, het openbaar ministerie
    en de directeur.
    Indien de minister of zijn gemachtigde oordeelt dat het dossier niet in staat is en er
    bijkomende informatie noodzakelijk is om een beslissing te kunnen nemen, kan deze
    termijn éénmalig met zeven dagen worden verlengd. De minister of zijn gemachtigde
    deelt dit onverwijld mee aan de directeur en de veroordeelde.
    Het slachtoffer wordt binnen vierentwintig uur schriftelijk in kennis gesteld van de
    toekenning van een eerste penitentiair verlof.
    § 3. Indien de uitgaansvergunning, bedoeld in artikel 4, of het penitentiair verlof wordt
    geweigerd, kan de veroordeelde een nieuwe aanvraag indienen ten vroegste drie
    maanden na de datum van deze beslissing.
    De beslissing van de minister of zijn gemachtigde wordt met redenen omkleed.
    § 4. Bij gebrek aan een beslissing binnen de bepaalde termijn wordt de minister geacht
    de uitgaansvergunning of het penitentiair verlof toe te kennen. Aan deze
    uitgaansvergunning of dit penitentiair verlof worden de bijzondere voorwaarden
    gekoppeld die de directeur, in voorkomend geval, overeenkomstig § 1, heeft voorgesteld.
    9
    Art. 11.
    § 1. De beslissing tot toekenning van een uitgaansvergunning bepaalt de duur ervan en,
    in voorkomend geval, de periodiciteit ervan.
    § 2. Behoudens andersluidende beslissing van de minister of zijn gemachtigde wordt de
    beslissing tot toekenning van penitentiair verlof geacht van rechtswege elk kwartaal te
    worden hernieuwd.
    De directeur beslist, na overleg met de veroordeelde, over de verdeling van het
    toegestane verlof voor elk trimester.
    § 3. De minister of zijn gemachtigde verbindt aan de beslissing tot toekenning van een
    uitgaansvergunning of een penitentiair verlof de algemene voorwaarde dat de
    veroordeelde geen nieuwe strafbare feiten mag plegen. In voorkomend geval bepaalt hij
    de bijzondere voorwaarden rekening houdend met de bepalingen van de artikelen 5, 2°,
    en 7, 2°.
    § 4. Bij wege van een met redenen omklede beslissing kan de minister of zijn
    gemachtigde ambtshalve, op verzoek van de veroordeelde, dan wel op voorstel van de
    directeur of van het openbaar ministerie, de in § 3, bedoelde bijzondere voorwaarden
    aanpassen.

    Lees dit eens goed en neem het van mij aan want ik spreek uit ervaring: alle termijnen die opgesomd worden, de tijd waarin de directie een advies moet opstellen en naar Brussel sturen is max 2 maand.

    Reken er maar op dat de directie van het PCB geen enkel dossier op tijd klaar maakt, 2 maanden is een lachertje, zeg maar minimum zes maanden.
    Het interesseert hen geen moer om hun werk te doen, gedetineerden hebben geen rechten, dus de directie én het PSD doen alles op hun manier, liefst zo traag en verkeerd mogelijk, PSD werkt opzettelijk tegen en doet de dossiers een maandenlange achterstand oplopen door de verslagen die ze moeten maken weken, meestal maanden uit te stellen.

    Daardoor kan de directie dan afkomen met een negatief advies met als reden dat ze het verslag nog niet hadden..

    Ook geven ze je bewust verkeerde informatie, laten ze belangrijke documenten uit iemands dossier verdwijnen en hun mentaliteit is om van te kotsen.

    Ze zijn incomptetent, permitteren zich alles, behandelen de gedetineerden en hun familie als stront, ze lachen je uit aan de telefoon, staan te grèten met de gevangenen als ze iets willen vragen.

    De griffie is al evenzeer bemand met ongeschoolde, ongemanierde en werkschuwe mensen die zelfs niet beschikken over een elementaire beleefdheid.

    Ik heb dit vanavond om 17u weer eens ondervonden. Ik heb de zoveelste poging gedaan om de griffie te vragen hoe ver het stond met het dossier van mijn vriend, die maar blijft aanslepen.

    DAT IEDEREEN DIT GOED LEEST EN ONTHOUDT: HET MENS DAT IK AAN DE TELEFOON HAD, VANDAAG OM 17U, VAN DE GRIFFIE, EEN VROUW, IS BEGINNEN DOORSLAAN TOEN IK WILDE WETEN HOE HET ZAT MET ZIJN DOSSIIER. ZE IS BEGINNEN SCHREEUWEN DAT ZE MAAR MET TWEE ZIJN EN DAT ZE GEEN TIJD HAD (Het eeuwige verhaal als je belt naar gelijk wie in de bak, of ze weten het niet, of ze mogen niks zeggen, of ze schakelen je zogezegd door naar iemand anders, waar niemand opneemt en je aan de lijn blijft hangen totdat de telefoon opeens zelf uitvalt)

    DAAROP HEEFT DAT SMERIG WIJF HET LEF GEHAD OM DE TELEFOON TOE TE SMIJTEN!!

    Ik zal te weten komen wie dat was, kan niet moeilijk zijn, het was vandaag, om 17u, een vrouw van de griffie en ze waren maar met twee.

    EEN OPROEP AAN IEDEREEN: ALS ER IEMAND WEET WIE DIE STOMME KOE IS, LET ME KNOW, HIER KOMT EEN STAARTJE AAN EN HET ZAL ER EEN ZIJN VAN HET GERECHT!

    Hoe ontmoedigend het ook klinkt, het spijt me maar ik kan nergens een hoopvol antwoord op geven. De directie kan zelfs geen vonnis lezen, Els van PSD is over het ganse land gekend als degene die de dossiers boycot.

    Tik maar eens Marcel Vervloesem in op google en daar zal je alles lezen over hoe het er werkelijk aan toe gaat in het PCB te Brugge.

    Voor iedereen die het aandurft en aankan om de waarheid onder ogen te zien, lees de getuigenissen over de mensonwaardige behandeling van deze man in brugge, hoe ze aan het proberen zijn om hem letterlijk te vermoorden door hem alle verzorging, medicatie te ontzeggen, door zijn dossier te boycotten, noem maar op.

    Het zal voor iedereen heel hard aankomen om te beseffen en in te zien waar je je aan mag verwachten als je een geliefde in het PCB zitten hebt…

    Maar het is de werkelijkheid, ze verdienen ginder allemaal de strop!